GERAARDSBERGEN – Maandagnamiddagnamiddag bracht Gemmenschapminister De Batselier een werkbezoek aan Denderleeuw en Geraardsbergen. Na een ontvangst in het gemeentehuis van Denderleeuw en een werkbezoek aan het VDAB-centrum van Denderleeuw, hield hij een academische zitting in het Koetshuis van de Abdij te Geraardsbergen. Daar lichtte hij zijn politiek van impulsgebieden toe. Volksvertegenwoordiger Dirk Van der Maelen gaf daarna in naam van de regio nog een uiteenzetting.
Naast drie reconversiezones (Limburg, Turnhout en de Westhoek) zijn er nog streken in Vlaanderen die op economisch gebied achtergebleven zijn.
Acht regio’s werden als dusdanig erkend omwille van hun slechte cijfers in verband met werkloosheid, pendel, migratie, inkomen van de werknemer en de industriële groei.
In zijn uiteenzetting stelde de minister dat Vlaanderen macro-economisch en globaal bekeken het op economisch gebied niet slecht doet. In Europa zijn er heel wat streken die er veel slechter aan toe zijn. Het is voor hem echter een uitdaging om de achtergebleven regio’s op een gelijk niveau te krijgen als de rest van Vlaanderen. Daartoe heeft hij een enveloppe ter beschikking die twee miljard frank bedraagt. Dit bedrag moet verdeeld worden over de acht impulsgebieden, waarvan Zuid-Oost Vaanderen één is. Met het geld wil de Vlaamse regering de economische knelpunten wegwerken en een hefboomeffect teweeg brengen.
Belangrijk is dat de initiatieven van het ministerie zullen uitgaan, maar dat de plaatselijke verantwoordelijken en belangengroepen van de regio’s voorstellen kunnen formuleren. Het is de bedoeling dat het tot een consensus komt tussen de plaatselijke instanties en het ministerie dat hiervoor acht streekmanagers aangetrokken heeft. Het idee als dusdanig is afkomstig uit Limburg waar het zeer goede resultaten heeft opgeleverd.
Strikte planning
De mogelijke projecten worden in overleg met de GOM’s voorgesteld door de betrokken gemeenten. Deze voorstellen worden dan voor advies aan de gemeenten voorgelegd om tot definitieve voorstellen te komen. Voor 1 januari moeten alle voorstellen voor advies bij de SERV zijn die op zijn beurt het ganse dossier voor 16 januari naar de Vlaamse Exucutieve doorstuurt.
Voorgestelde projecten
Op 1 februari worden de projecten definitief aangevangen.
Drie luiken zijn voorzien : infrastructuur, opleiding en tewerkstelling, en specifieke acties. In de regio Zuid-Oost Vlaanderen die Brakel, Geraardsbergen, Haaltert, Lierde, Herzele en Denderleeuw omvat zullen de eerstvolgende drie jaar 237 miljoen frank ter beschikking worden gesteld. Wat de infrastructuur betreft zijn o.a. volgende voorstellen geformuleerd : deblokkering van de uitbreiding van het industrieterrein te Brakel, aanleg van een nieuw industrieterrein “De Nieuwe Kat” op de grens Geraardsbergen-Lierde, aanleg van een ambachtelijke zone in Herzele en Lierde. Op gebied van opleiding en tewerkstelling zijn een aantal projecten voorgesteld voor laaggeschoolden en kansarmen. Verder wordt aan een activiteitencentrum voor mindervaliden gedacht. In verband met specifieke acties zijn de uitbouw van het toerisme en de bescherming van de Denderstreek genoemd.
De minister besloot de academische zitting door te stellen dat het aan de regio’s is om de geboden kansen te benutten. Indien er na drie jaar geen tastbaar resultaat is, zal het project niet verder gezet worden, hoe moeilijk het ook is om in België iets af te schaffen.